2. de geschiedenis van de krant

 

In het oude Rome waren de mensen goed geïnformeerd. Elke dag liet Julius Caesar een muurkrant ophangen op het stadsplein. In de Middeleeuwen konden de meeste mensen niet lezen en schrijven. Een muurkrant zoals bij de Romeinen was er niet. Zij hoorden het nieuws van rondtrekkende liedjeszangers en kooplieden. Die waren steeds onderweg van de ene plaats naar de andere om hun brood te verdienen. In elke plaats hoorden en zagen zij van alles en dat vertelden ze verder. De monniken in de kloosters en een paar rijke mensen in de kastelen konden wel lezen en schrijven. Zij hielden elkaar op de hoogte van het nieuws door elkaar (nieuws)brieven te schrijven.

Zeer belangrijk voor het doorgeven van nieuws was de uitvinding van het drukken van losse letters aan het eind van de 15e eeuw. Vanaf dat moment hoefden de teksten niet telkens meer met de hand te worden overgeschreven.

Pas in 1618 verscheen de eerste krant. De krant was toen niet meer dan een a4'tje. Die eerste kranten hadden het niet gemakkelijk. De bestuurders van het land hielden er niet van dat kranten slechte dingen over hen schreven. Ze waren bang dat de kranten hun lezers zouden oproepen om zich tegen de machthebbers te verzetten. Als er een spannende gebeurtenis was, kwam dat in de krant. Als er geen bijzondere gebeurtenis was, kwam er die dag geen krant. 

In de negentiende eeuw werden meer mensen lid van de krant, daardoor werd de krant steeds populairder.

Later in de twintigste eeuw werd de krant veel beter en beter. Er kwamen foto's en illustraties. De krant werd daardoor nog populairder. Nu leest ongeveer 70 procent van de Nederlanders boven de dertien jaar de krant.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 Dit is een krant uit 1618.

 

Maak jouw eigen website met JouwWeb